Hoe infectieziekten tot stand komen

Infectieziekten ontstaan wanneer micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels of parasieten het lichaam binnendringen en zich vermenigvuldigen. Dit kan leiden tot schade aan weefsels en organen, wat symptomen en ziekten veroorzaakt. Infecties ontstaan meestal door een combinatie van factoren:

  • Besmettingsbron: Dit kan een geïnfecteerd persoon, dier of besmette omgeving zijn.
  • Overdracht: Micro-organismen worden overgedragen via lucht (druppeltjes of aerosolen), direct contact, voedsel, water, bloed of insectenbeten.
  • Gevoelige gastheer: Het immuunsysteem van de gastheer speelt een cruciale rol. Mensen met een verzwakt immuunsysteem lopen meer risico.
Soorten infecties

Infecties kunnen worden ingedeeld op basis van de veroorzakende micro-organismen of de locatie in het lichaam:

  • Op basis van de veroorzaker
    • Bacteriële infecties: Veroorzaakt door bacteriën, zoals longontsteking (door Streptococcus pneumoniae) of urineweginfecties.
    • Virale infecties: Veroorzaakt door virussen, zoals griep, COVID-19 of hepatitis.
    • Schimmelinfecties: Veroorzaakt door schimmels, zoals voetschimmel of candida-infecties.
    • Parasitaire infecties: Veroorzaakt door parasieten zoals wormen (bijvoorbeeld lintworm) of protozoa (bijvoorbeeld malaria).
  • 2. Op basis van de locatie
    • Lokale infecties: Beperkt tot één gebied, zoals een wondinfectie of keelpijn.
    • Systemische infecties: Verspreiden zich via de bloedbaan naar meerdere delen van het lichaam, zoals sepsis.
    • Acute infecties: Ontstaan plotseling en hebben vaak een korte duur, zoals griep.
    • Chronische infecties: Houden langdurig aan, zoals tuberculose of hiv.
    • Latente infecties: De ziekteverwekker is aanwezig, maar veroorzaakt geen actieve symptomen, zoals bij herpes simplex.
  • 3. Speciale soorten infecties
    • Nosocomiale infecties: Opgelopen in een ziekenhuis, vaak veroorzaakt door resistente bacteriën zoals MRSA.
    • Opportunistische infecties: Treden op bij mensen met een verzwakt immuunsysteem, zoals candida bij hiv-patiënten.
    • Zoonotische infecties: Overgedragen van dieren op mensen, zoals de ziekte van Lyme of vogelgriep.